Wat gebeurt hier?
In dit artikel is het niet mijn bedoeling de discussies over de oorlog in Oekraïne die in andere media gevoerd wordt te herhalen. De bedoeling is om enkele gezichtspunten uit het werk van Rosenstock-Huessy naar voren brengen en te toetsen op hun verklarende waarde. Dat doe ik met speciale aandacht voor een tekst met de titel: The Atlantic Revolution, een tekst uit 1940, aan het begin van de tweede wereldoorlog. De tekst is niet gepubliceerd maar is met vaart geschreven, alsof het zo een les voor een groep studenten had kunnen vullen of voor een zaal had kunnen worden uitgesproken. Er zit vuur in en Rosenstock-Huessy moet iets kwijt, ook al raakt hij het misschien alleen maar kwijt aan het papier. Daarnaast val ik terug op een tekst uit 1929 met de titel: Die Rückwärts gelebte Zeit. Die tekst gaat erover dat men weliswaar een visioen kan hebben voor een andere tijd, maar dat de weg daarheen vertraging en omwegen brengt.
De vraag: wat gebeurt hier?
Wanneer gebeurt er echt iets? Er is echt iets gebeurd als onze beleving en waarneming van de werkelijkheid er anders uitzien. Wij zetten dan niet meer de bestaande koers voort, maar raken op ander spoor. Wij kijken met een nieuwe blik. De werkelijkheid maar ook wijzelf zien er anders uit. In het Nederlands is een mooie woordspeling mogelijk met de woorden gebeuren en geboren. Een gebeurtenis die er echt toe doet en een verschil maakt, is ook een geboorte. Etymologisch hangen die twee woorden ongetwijfeld samen. Uren van crisis zijn ook geboorteweeën van een nieuwe tijd. Soms gaat het ook om een nieuwe stap in een gebeuren dat reeds in gang is. Soms gaat het ook om herhaling van een gebeuren in een nieuwe context of als een late uitloper van een tijd die al veel eerder was geboren. Ook tegenstrijdige gezichtspunten kunnen elkaar hier nog aanvullen. Maar een gebeuren brengt altijd een verandering. Is er niet iets veranderd, dan is er ook niet echt iets gebeurd. Aldus ook de geschiedenisinterpretatie van Rosenstock-Huessy.
The Atlantic Revolution
In The Atlantic Revolution (1940) ziet Rosenstock-Huessy het uitbreken van de tweede wereldoorlog, maar ook de machtsgrepen van Hitler en Mussolini in een lijn met de eerste wereldoorlog en de Russische Revolutie. Het zijn wendingen van één lange doorgaande lijn: de wereldrevolutie. Die revolutie is niet de Russische Revolutie, want die is daar slechts de inleiding toe. De echte wereldrevolutie bestaat in het zogenaamde vrije spel van maatschappelijke krachten, met dien verstande dat de ontbinding van de maatschappelijke krachten niet een “vrij spel” is. De maatschappelijke krachten zijn vrijgekomen sinds autonome staten de economie niet meer onder controle hebben en daarmee hun autonomie zijn kwijtgeraakt. Dit impliceert de mogelijke strijd van allen tegen allen, staten, werkgevers, vakbonden, belangenorganisaties, kasten, stammen. Die zijn opgeschud en ontworteld tot louter krachten in de ruimte die niet meer vanuit een punt onder controle te brengen zijn. Zij botsen op elkaar, of, de enige andere mogelijkheid, zij spreken met elkaar en antwoorden op elkaar en stichten vrede. Ze kunnen dat doen of laten, maar het is echt in hun handen: ze zijn niet gebonden aan een hogere orde die dat voor hen opknapt. Nu ja, dat is iets om van te schrikken: deze ongebondenheid van egoïsmen, of het nu belangengroepen of staten betreft. Maar daarmee wordt de wereldrevolutie zelf tot een hogere macht: je moet wat met elkaar, ook al zou je niet willen. Op straffe van… De Eerste Wereldoorlog heeft de wereldrevolutie op de agenda gezet en de Russische Revolutie stelt een deeloplossing voor, de totaalcalculatie van middelen en behoeften. Hitler en Mussolini in hun “revoluties” zijn nog helemaal in de ontkenningsfase. Ze steken de kop in het zand en leven in een verleden dat er eigenlijk ook nooit was. De Atlantische revolutie tenslotte is ook een fase in dat proces: de landen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan worden wakker ondanks hun eigen gemakzucht. Zij kunnen, onder leiding van de Verenigde Staten, deze regressie naar het verleden van Hitler en Mussolini niet laten gebeuren en grijpen in. We moeten vooruit en in ieder geval niet achteruit. Dat is 1940.
De terug-geleefde tijd
Dat is, in het kort, waar de tekst The Atlantic Revolution over gaat. Dat laat al zien dat er altijd twee manieren zijn om met een nieuw gebeuren om te gaan. Je kunt de confrontatie aangaan en het gebeuren op je in laten werken, ook al weet je een tijdlang niet wat je daarmee moet. Maar je kunt ook in de ontkenningsfase blijven steken. Daarover gaat ook een ander opstel van Rosenstock-Huessy, gepubliceerd in de Band II van Die Sprache des Menschengeschlechts, het opstel Die Rückwärts gelebte Zeit. Dat moet ik hier ook noemen. Je bent in een volstrekt nieuwe situatie terechtgekomen en je kunt het niet accepteren. Je probeert de werkelijkheid zo in te richten dat het verleden dat ongeldig verklaard is toch nog voortbestaat. We doen alsof de nationale staten nog als nationale staten de problemen kunnen oplossen, bijvoorbeeld. Het heeft er de schijn van dat dat overal in onze huidige wereld gebeurt. Populistische leiders willen terug, ze vallen terug op nationale grootheid, ze keren de rest van de wereld de rug toe, en ze ontkennen dat we als louter krachten in de ruimte staan, die zowel elkaar als de ruimte zelf waarin ze nog staan kunnen vernietigen.
Maar in dat zelfde opstel heeft Rosenstock-Huessy er ook oog voor dat we soms terug moeten leven ook in de goede zin. Je kunt met hoge inspiratie ingezien hebben dat de dingen heel anders moeten, maar vervolgens moet je toch de strijd aan met de dagelijkse realiteit en beginnen bij de situatie zoals die is. Hij noemt dat ook wel de wet van de dubbele aanvang. Eenmaal heb je het grote visioen voor ogen, in het uur u. Maar langzaam gaat en lang duurt het veranderingsproces en de dagelijkse strijd van kleine stappen om daar te komen.
Een nationalistische Revolutie
Hebben we nu enkele gezichtspunten om te begrijpen wat er in Oekraïne gebeurt? Op het oog vindt er in Oekraïne vooral een nationalistische revolutie plaats. Oekraïne heeft weliswaar reeds een langere democratische traditie, van sedert de teloorgang van het Sovjet-imperium, maar het is een democratie met veel conflictueuze regeringswisselingen en veel verschillende bevolkingsgroepen. Oekraïne had zijn evenwicht nog niet gevonden als nationale staat en bindt nu de strijd aan om nationale zelfbeschikking. Het is als bij de Franse Revolutie: de externe vijand helpt bij de eenwording. De lange geschiedenis met Rusland als deel van de Sovjet-Unie en natuurlijk ook het gebeuren van 2014 in de Krim en Oost-Oekraïne heeft aan die nationalistische overtuiging bijgedragen. En inderdaad, het recht op zelfbeschikking van volken is internationaal erkend. Maar is een verdeling van de wereld langs lijnen van nationale staten aan de maat van de wereldrevolutie die ons neerzet als krachten in de ruimte, en die verlangt dat krachten in de ruimte gehoorzaam worden aan de macht van de taal? Nationalisme heeft zijn goed recht, maar het is niet het enige recht. Het is begrijpelijk, maar op lange termijn niet voldoende. Het zal niet de eerste keer zijn dat een nationale staat erkenning vraagt van de wereld en vervolgens, als die erkenning er eenmaal is, de blik naar binnen keert en zelf gaat terug leven in de tijd, zoals Polen en Hongarije proberen te doen. Ook dat is deel van het proces van horten en stoten waarin zich de wereldrevolutie een weg zoekt.
Een reactionaire beweging
Terug leven: doet Rusland dat niet ook? Poetin leeft in een andere wereld, heeft Merkel ooit gezegd. Hij staat niet alleen: er is onder rechtse intellectuelen in Rusland (noem het maar zo) een beweging om met een gevoel van missie de grootheid van Rusland te herstellen, tegen het westerse consumentisme en individualisme in, en meer van dergelijke verderfelijke waarden. Het gedachtegoed van ene Dugin speelt daar een grote rol in. De mens bestaat niet uit individuen, maar is deel van het lichaam van een groep. Rusland heeft dat nog bewaard. De kerk bewaakt het innerlijk moreel van deze saamhorigheid. Het Westen wil dat kapot maken. De westerse welvaart en westerse waarden bedreigen dit levensbesef, alleen al door het bestaan van welvarende buren aan de grenzen. Sommige commentators wijzen erop dat Rusland de EU aan haar grenzen meer zou vrezen dan de NAVO. Je kunt hooghartig neerkijken op die houding. Je kunt ook proberen te begrijpen dat in grote delen van het armoedige Rusland dit het levensbesef is. En je kunt je ook afvragen wat omgekeerd Rusland uit haar culturele en christelijke traditie de wereld te bieden heeft. In het verleden vond in dat opzicht meer dialoog plaats, juist ook in de grammaticale traditie van Rosenstock-Huessy. Ehrenberg moet daarbij genoemd worden en in de 20e eeuw heeft Clinton Gartner tijdens en na de koude oorlog die draad opgepakt. Ik zal niet vergeten wat ooit een Russische gesprekspartner tegen me zei: jullie in het westen hebben elkaar niet lief. Jullie organiseren een uitkeringssysteem. In Rusland helpen mensen elkaar van hun armoede met een zak aardappelen de winter door.
Helemaal ongelijk hebben de Russen dus niet in hun oordeel over de westerse vervlakking, maar dat rechtvaardigt het nog niet zelf in de 19e eeuw te blijven leven en het nieuwe van de in gang zijnde wereldrevolutie niet te (willen) zien. Dat geldt ook voor de interne Russische verhoudingen van burgerlijke vrijheden, vrije pers, een samenleving van vrijwilligers. Het bepleiten van grotere saamhorigheid hoeft niet tot kadaverdiscipline te leiden. Ook intern, ook in de Russische samenleving moeten verschillende krachten elkaar corrigeren en aanspreken. Ook de nieuwe democratieën in Oost-Europa zoals Hongarije en Polen hebben daar moeite mee.
Amerikaans imperialisme
Rosenstock-Huessy maakt steeds een onderscheid tussen die gelegenheden waarin Amerika handelt als Verenigde Staten en als nationale staat. Als Verenigde Staten bereidt Amerika een nieuwe wereldorde voor. Hier staat intern de smeltkroes van Amerika symbool voor en extern de openheid van handel, de wereldzeeën, de rechtsorde. Meer dan de Verenigde Naties is de Verenigde Staten in staat om die waar nodig ook af te dwingen. Maar in veel omstandigheden is het ambivalent, begrijpelijkerwijs: het is verleidelijk om de historische missie van de Verenigde Staten te gebruiken om telkens het voordeel te zoeken voor Amerika zelf als nationale staat. Amerika first – dat is niet alleen een leuze onder Trump. In de competitie in de internationale arena heeft Amerika er duidelijk aan bijgedragen Oekraïne los te weken van Rusland en ook nu terwijl de oorlog woedt staat Amerika voorop om steun te verlenen. Is dat noodzaak? Moet om een autoritaire staat heen een veiligheidskordon van democratische welvarende staten gelegd worden? Moet Rusland gedwongen worden in rap tempo mee te gaan in de 21e eeuw? Of – wat ook in Amerika bepleit wordt door oud-minister buitenlandse zaken Kissenger en anderen, had Rusland gerespecteerd moeten worden in zijn veiligheidsbehoefte , en zijn behoefte aan een uitgang naar de zee? Als die behoefte niet onderkend wordt, hoe legitiem is dan de Amerikaanse behoefte om op zijn beurt in Amerika, Noord en Zuid, met behulp van de Monroedoctrine buitenlandse mogendheden buiten de deur te houden? Is dat niet ook negentiende-eeuws? Belangrijker voor ons: Kunnen de overgangen en veranderingen in de regio misschien dieper wortel schieten als ze minder snel gaan? Of moet hier het moment gepakt worden? Dat laatste heeft Amerika stellig gedaan door het nationalisme van Oekraïne ruim te steunen. Maar het brengt de regio op de rand van een kernoorlog en het laat een rekening achter voor Oekraïne en de Europese Unie, want die dingen die alleen maar langzaam kunnen gaan moeten onvermijdelijk nog komen. De wereldrevolutie van taal en wederzijdse verantwoordelijkheid heeft een mix nodig van samenwerking op het niveau van civil society, respect voor minderheden, nationaal zelfbewustzijn en participatie in een planetaire samenleving. Dat vereist nieuwe instituties, maar ook vereist het een nieuw “zelf”, een nieuw menstype, nieuwe kwaliteiten.
De wet van de techniek
Dat inzicht brengt op een volgend gezichtspunt. Het is vooral de ontwikkeling van de techniek geweest die nationale staten, kasten, stammen, minderheden, gestort heeft in de ene ruimte van de ene wereldsamenleving. De krachten van de techniek hebben het vrije spel van maatschappelijke krachten ontketend. Rosenstock-Huessy heeft als “wet van de techniek” het volgende naar voren gebracht:
- De techniek vergroot de ruimte waarin we leven.
- De techniek versnelt de tijd, de processen van wereldwijde interactie
- De techniek doet bestaande gemeenschappen uit elkaar vallen.
Er zijn mensen die vinden dat dit erg negatief geformuleerd is, maar zij vergeten dat het juist het vermogen tot spreken is, het kernstuk van Rosenstock-Huessy zijn leer, die het steeds mogelijk maakt nieuwe gemeenschappen te stichten. Als het bestaan van een gemeenschap niet meer vanzelfsprekend is, dan moet bewust en intensief spreken en luisteren dit compenseren. Juist met het oog daarop heeft Rosenstock-Huessy zoveel aandacht gegeven aan de grammaticale processen die ons verbuigen en veranderen en juist daarom heeft hij zijn meest belangrijke inzicht op de Latijnse formule gebracht van Respondeo etsi mutabor, – ik geef antwoord ook al onderga ik daardoor een verandering. Kort gezegd: de snelle ontwikkelingen van de techniek maken ons tot krachten in de ruimte, maar dit kan gecompenseerd worden door de taal die ons bekleedt met de morele machten van onze gemeenschappelijke culturele erfenis. Hier ligt de opdracht van de in gang zijnde wereldrevolutie: de geestelijke machten die afzonderlijke cultuurgroepen aanstuurden worden nu gemeenschappelijk erfgoed en telkens naar omstandigheden worden die ingezet voor het stichten van nieuwe groepen. Die nieuwe groepen putten uit een gemeenschappelijk repertoire en pionieren hun weg voorwaarts in interactie met elkaar. Iedere cultuur komt daardoor los van zijn eigen achtergrond en wordt een beetje een nomade. Maar zelfverabsolutering is daardoor onmogelijk geworden: de absolute waarden van de eigen groep worden nu bijdragen aan het grotere geheel. Van iedereen vereist dat moed en ver-ant-woord-elijkheid.
De wereldrevolutie
In zijn tekst over The Atlantic Revolution ziet Rosenstock-Huessy in 1940 zoiets gebeuren door de inmenging van de Atlantische volken in de door de nazi’s begonnen oorlog. Eindelijk antwoorden deze volken op de uitdaging. Dat heeft tijd gekost, want iedereen heeft de neiging het er gemakkelijk van te nemen. In de genoemde tekst voert Rosenstock-Huessy de businesscycle op: we moeten mee draven in de cyclus van productie en consumptie, de conjunctuur, de economie. Die heeft in een democratische consumptiemaatschappij meestal de hoogste macht. Zoveel over de buitenwereld. In de binnenwereld van het persoonlijke leven doen zich tegelijkertijd de depressies en zenuwinzinkingen voor. Maar dat zijn individuele problemen, die iedereen slechts aan eigen ziel te lijden heeft. Een verantwoordelijke houding keert die verhoudingen om: wanneer wij gemeenschappelijk maken wat wij lijden aan onze ziel, gaan wij ook gemeenschappelijk verantwoordelijkheid dragen, zetten wij het meedraven met de businesscycle buiten werking en kunnen met verenigde kracht veranderend ingrijpen in de goede richting.
De kritiek van Rosenstock-Huessy op de democratische consumptiemaatschappij is in deze tekst vooral gericht op Amerika, maar ik zou bepleiten, dat vooral Europa zich deze kritiek in het huidige conflict in Oekraïne mag aantrekken. De westerse regeringen hebben alle moeite gedaan om hun begrotingen sluitend te krijgen, mee te liften met de businesscycle, en de bevolking tevreden te houden. Dat weerspiegelt de situatie in vele bedrijven waar een zogenaamd tevredenheidsonderzoek gedaan wordt, als men de behoefte voelt de stemming onder de medewerkers te peilen. De term verantwoordelijkheidsonderzoek bestaat niet voor zover ik weet. Europa heeft vooropgelopen in de Green Deal, dat moet gezegd worden. Maar ook hier staat een managementbenadering voorop, die de veranderingsstrategieën zo probeert te plooien dat het niet teveel kost. Europa heeft bovendien de verantwoordelijkheden voor Afrika buiten de deur gehouden. Bij elke nieuwe vluchtelingenstroom komt in Nederland het debat op over regionale hulp: in plaats van mensen hier toe te laten moeten mensen in de regio opgevangen worden. Maar de grootschalige aanpak en de gedurfde aanpak die dat vergt heeft Europa steeds ontlopen. Zo heeft Europa zich ook tegenover Rusland gedragen, met grote culturele afzijdigheid, maar wel met het overmaken van grote bedragen voor olie en gas, waarmee Europa nu de oorlogskas heeft gespekt, zoals blijkt, van diegenen in Rusland die met dank aan het geld van de globalisering, terug willen naar de gesloten samenleving van de negentiende-eeuw. Met China lijkt het westen ook zo te handelen. Alles wordt als het even kan goedkoop in China geproduceerd, en daarmee wordt een hiërarchische samenleving opgebouwd (in productiebedrijven zijn de verhoudingen altijd hiërarchischer), die de eigen mensen disciplineert en andere delen van de wereld beschouwt als wingewesten. Overigens, de koloniale machthebbers van de 19e eeuw hebben zich ten opzichte van China net zo gedragen. Dat Europa zich nu voorgenomen heeft zich opnieuw te bewapenen mag op de korte termijn nodig en begrijpelijk zijn, maar het is niet het antwoord op de in gang zijnde wereldrevolutie dat gevraagd wordt.
Verantwoordelijk handelen, de wereldrevolutie ernstig nemen, houdt in dat men zich bij elke handeling ook afvraagt wat die handeling betekent voor de anderen. Ergens gedurende zijn lessen roept Rosenstock-Huessy uit tegenover zijn leerlingen in Dartmouth: “Because you want to have a tv-set, you will have war with India”. De westerse samenleving zet zo volledig in op technische versnelling, dat nieuwe verantwoordelijke gemeenschappen geen kans krijgen om te groeien en sterker te worden. Dan werkt de wet van de techniek alleen ontwrichtend. De gesloten kasten in India moeten open. De gesloten samenlevingen van verticale netwerken en clans en stammen in Afrika en de Arabische wereld moeten groter denken. De Russische MIR, tegelijkertijd het woord voor dorp en universum, moet deel worden van grotere interactie en uitwisseling. Maar dat kan alleen als het antwoord op de wet van de techniek ernstig wordt genomen: nieuwe gemeenschappen en netwerken van wederzijdse verantwoordelijkheid moeten de oude dorpssamenlevingen vervangen en compenseren.
Tijdens elke revolutie die Rosenstock-Huessy in zijn historische werken beschrijft moest, zoals hij zelf stelt, het nieuwe menstype dat die nieuwe maatschappij kon dragen nog in het proces van de revolutie zelf uitgevonden worden. Zo is het ook met de wereldrevolutie van taal en verantwoordelijkheid. Als het huidige conflict in Oekraïne een deel is van dat proces, dan is alle geweld en leed, hoewel ongerechtvaardigd, misschien tenslotte niet tevergeefs.